BOEDHISTISCHE EFTELING EN OP WEG NAAR BAGAN

Het is vroeg uit de veren want om 8 uur rijden we weg van onze bungalows in Monywa. We besluiten een stop te maken op de lokale markt. Deze is hier nog traditioneel. Hier komen nauwelijks toeristen en dat is dan ook te merken. Zoals overal in Birma wordt ook hier van alles verkocht. Van droge vis tot kleding, van sigaren tot vlees. De slagerij heeft hier het vlees nog gewoon buiten aan de haak hangen. Iedereen spreid zich over de markt. Bert en Rens besluiten te investeren in sigaren. Om deze bolknakken meteen te promoten wordt besloten ze ook weer meteen uit te delen. Op de hoek van de markt staan een aantal fietstaxi’s zonder werk. Besloten wordt daarom deze gasten een economische ‘boost’ te geven en zo kan het gebeuren dat 5 minuten later alle fietstax’is met 1 of twee van ons door de stad fietsen. Zij en wij worden vreemd aangekeken. Enkele van ons waaronder Felix besluiten te wisselen en zelf te fietsen en van de fietser de bakkenist te maken.
We vervolgen onze weg richting het Thanboddy tempelcomplex. Het ziet er totaal anders uit dan hetgeen we tot nu toe zijn tegengekomen. Het lijkt een beetje op een Boedhistische Efteling, zeer kleurrijk en aan de buitenkant wat kitsch. Binnenin staan een 5500 budha’s klein en groot. Harrie en Annie staan bij een mannetje die bezig is een beeld te beplakken met hele kleine goudblaadjes. Als er wat opzitten wrijft hij ze uit zodat het lijkt of het beeld geschilderd is. De volgende stop is een stop op het platteland. We zien hier hoe een kleine familie druk bezig is op de akker met aubergines, uitjes en andere zaken. Deze ontmoetingen blijven bijzonder. Twan deelt wat Delftsblauwe klompjes uit. Daarna vervolgen we onze weg richting de hoogste buddha van Myanmar. Hij is 167 meter hoog. Je kon tot vorig jaar omhoog met de lift maar sinds er een ongeluk is gebeurd niet meer. Naast deze hoge buddha is er ook nog een 96 meter lange liggende budha. Deze ligt met zijn hoofd op een appartementencomplex. Terwijl Jannie op de schoenen past gaat een groot deel van de groep een rondje maken op het complex en wordt Marian in buddhazit vastgelegd.
Rond de middag is het weer tijd om te gaan en eten we 'local' langs de weg gerechten uit de Birmaanse keuken.
Rond 1600 uur komen we aan in Pokkaku. Vanuit hier vertrekken we met een speedboot richting Bagan. Deze speedboot blijken echter 2 houten vissersboten te zijn. Het is alleen de kunst om deze boten te bereiken. Verkopers bestormen de bus met doeken, shawls etc. Je moet al sterk in je schoenen staan om niet toch met een shawl te vertrekken. Harrie denkt even rustig op donuts te kunnen trakteren maar wordt belaagd door de volledige dorpsjeugd. Voor hij het weet heeft hij alleen nog maar de verpakking in handen. Er zit maar 1 ding op zo snel mogelijk naar de boten! Gelukkig worden onze koffers al snel door vrouwen -op het hoofd- richting de boot gedragen en wanneer de zon al iets van zijn sterkte verliest varen we richting Bagan. Het is een heerlijke boottocht op een heerlijk moment van de dag. Al bij al neemt de tocht een paar uur in beslag, hebben we een mooie zonsondergang en leggen we in het pikkedonker aan aan de oever van Bagan. Een korte rit brengt ons naar het Amazing Bagan Resort. Wanneer we binnenkomen zien we iedereen met een tevreden blik. Het is inderdaad een Amazing hotel met mooie kamers, een heerlijk restaurant en….een 18 holes golfbaan. Met de nodige golfliefhebbers aan boord wordt ’s avonds besloten om nog zeker een 9 holes te gaan slaan. Morgen gaan we de schoonheid van Bagan ervaren.